Mijn helden en voorbeelden (5)

Productiesystemen en hun grondleggers: William Edwards Deming (1900 – 1993)

Deming groeide op in de boerderij van zijn grootvader Polk City. In 1917 ging hij naar de Universiteit van Wyoming. Hij behaalde in 1921 een Bachelor of Science in elektrotechnische engineering. In 1925 behaalde hij een Masters diploma aan de Universiteit van Colorado. In 1928 behaalde hij ten slotte een doctoraat aan de Yale-universiteit.

PDCA

Enkele jaren studeerde hij met Walter A. Shewhart van Bell Telephone Laboratories. Shewhart’s theorieën over statistische controle vormden de basis voor Demings werk. Statistische procesbeheersing. Deze techniek werd massaal toegepast tijden de Tweede Wereldoorlog, maar ebde geleidelijk een paar jaar later weg.

Deming is bekend geworden via zijn lezingen in Japan. Hij ging voor de eerste keer

grondbeginselen van de statistieken en zijn visie over kwaliteit en kwaliteitszorg. Deming liet met zijn voordrachten en lezingen zoveel indruk achter, dat de Japanse Unie voor Wetenschappers en Ingenieurs (JUSE) om een terugkeer naar Japan vroegen.

De leden van JUSE hadden de technieken van Shewhart bestudeerd en in het kader van de Japanse heropbouwpogingen zochten ze een expert om statistische controle te onderwijzen. In 1950 gaf Deming voor het eerst een tiental lezingen over statistische kwaliteitscontrole (SQC). In tegenstelling tot zijn vorige lezingen richtte hij zich ditmaal tot de Japanse chief executives: verbetering van kwaliteit zal leiden tot een vermindering van uitgaven en tot een vermeerdering van productiviteit en marktaandeel.

Ishikawa Kaoru, die naast het bekende Ishikawa-diagram meer kwaliteit instrumenten ontwikkelde, maakte het Deming in 1950 mogelijk zijn bevindingen voor te stellen aan de Japanse topmanagers. Hierna besteedde Deming van 1950 tot 1980 meer tijd in Japan dan in de Verenigde Staten. De Japanners karakteriseren Deming als vader van de kwaliteit in hun land. Hij heeft aanzienlijk tot het economisch herstel van Japan na de oorlog bijgedragen. Daarvoor ontving hij in 1960 als eerste Amerikaan de ster van een Grootofficier in de Orde van de Heilige Schatten van de toenmalige premier Nobusuke Kishi.

Pas toen Japan aan het eind van de 1970er jaren de kwalitatief van hun hoogwaardige producten op de markt kon garanderen, werd duidelijk, voor wat betreft een geheim van dat Japanse succes, dat de Amerikaan Deming het “brein” achter de Japanse kwaliteit was. In reactie op dit besef werden in 1980 alle Amerikaanse instellingen daartoe aangespoord, een uitgebreide campagne voor kwaliteit te starten. De officiële initiatiefnemer van deze actie was het televisienetwerk NBC. De gegeven slogan luidde: “If Japan can, why can’t we?”.

Dit was een keerpunt voor Edwards Deming in de Verenigde Staten. Zijn lessen veroverde sindsdien niet alleen de Verenigde Staten, maar de hele wereld. Deming bereikte wereldfaam en allerlei onderscheidingen zijn hem ter eer gevallen. Een van de meest populaire benaderingen van het begrip van kwaliteit bereikte Edwards Deming door middel van de verbreiding van de zogenaamde Shewhart’s cyclus (bekend als de PDCA-cirkel/(Plan-Do-Check-Act)). Hij ging hem zo goed af dat dit voortaan eenduidig als Deminq’s PDCA-cirkel aangeduid wordt.

Deming’s 14 stappen voor beter management

  1. Creëer een constant doel ter verbetering van product en service, teneinde concurrerend te blijven in het bedrijfsleven, en werkgelegenheid.
  2. Adopteer de nieuwe filosofie, welke economische stabiliteit kan garanderen. We zijn in een nieuwe economische tijdperk. Westers management moet het voortouw nemen in de context van verandering, moet hun verantwoordelijkheden nemen.
  3. Beëindig de afhankelijkheid van massa inspecties. Elimineer de noodzaak van inspecties door kwaliteit in de processen en producten in het ontwerp in te bouwen. Om kosten te reduceren.
  4. Stop met het geven van opdrachten op basis van prijskaartjes. Minimaliseer in plaats daarvan de totale kosten. Beweeg richting van één leverancier voor elk één item, op basis van een lange termijn relatie met loyaliteit en vertrouwen.
  5. Verbeter constant en voor altijd het systeem van productie en serviceverlening, om de kwaliteit en productiviteit, en daarmee de kosten constant te verlagen.
  6. Zet trainingen “on the job” op. Voor alle niveaus.
  7. Adopteer en stel leiderschap in. Het doel moet niet zijn toezicht, maar het helpen van mensen en machines en gadgets om het beter te doen.
  8. Verdrijf angst, zodat iedereen effectief voor de onderneming kan werken.
  9. Slecht barrières tussen functionele afdelingen. Mensen in research, ontwerp, verkoop en productie moeten werken als een team, om problemen in de productie en het gebruik te voorzien, die kunnen optreden met het product of dienst.
  10. Elimineer slogans, waarschuwingen en target voor het personeel. Problemen met kwaliteit en productiviteit worden veroorzaakt door het systeem, niet door individuen.
  11. Elimineer numerieke quotes voor het personeel en numerieke doelstellingen voor mensen in het management.
  12. Ruim hindernissen op die mensen van hun trots op vakmanschap beroven. Dit betekent o.a., afschaffing van de jaarlijkse functioneringsgesprekken.
  13. Moedig educatie en zelfverbetering voor iedereen aan.
  14. Voer actie om de transformatie te bereiken. Commitment is van eenieder vereist.

Literatuur

Deming, W. E.: Out of the crisis. Massachusetts: Massachusetts Institute of Technology, 1982
Klein Nagelvoort, Drs. R.M., Organisatie en management, 1975
Neuhaus, Prof. Dr. Ralf  (Institut für angewandte Arbeitswissenschaft (ifaA), 2011
Wikipedia
www.archive.org
www.deming.org
Out of the Crisis, MIT-Press, ISBN 0-262-54115-7