Mijn helden en voorbeelden (3)

Productiesystemen en hun grondleggers: Frank Bunker Gilbreth (1868 – 1924)

Gilbreth is wel een van meest opmerkelijkste in deze groep. Gilbreth is geboren in Fairfield (Maine) in 1868. Hij had geen formele opleiding genoten buiten de middelbare school. Zijn vader runde een ijzerhandel, maar hij stierf toen Frank slechts 3 was. Zijn familie verhuisde toen naar Boston (Massachusetts). Na de middelbare school, krijgt Gilbreth een baan als een leerling metselaar en werd vervolgens een bouwondernemer. Zo groeide hij uit naar uitvinder met diverse patenten. Daarna werd hij management ingenieur. Uiteindelijk was hij occasioneel docent aan de Purdue University.

Industrial Engineer

Gilbreth was de pionier van de time motion studies. Eerst met foto’s, later door middel van filmopnames. Hierbij waren een klok en soms lampjes kenmerkend (zie Foto). Afhankelijk de gedetailleerdheid van het werk filmde hij versneld of in slow motion. Zo trachtte hij de vorm en aard van bewegingen bij taakuitvoering zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen. Gilbreth kwam tot het inzicht, dat de uitvoeringstijd voor een proces bij:
– gelijke ervaring (vaardigheid),
– gelijke geschiktheid (bekwaamheid) en
– gelijke prestatielevering (inspanning),
door werkuitvoerende mensen binnen redelijke grenzen alleen
van de toegepaste methode afhangt. Zo was hij in staat om mensen ook gericht te trainen.

Lees verder “Mijn helden en voorbeelden (3)”

Mijn helden en voorbeelden (2)

Productiesystemen en hun grondleggers: Fredirick Winslow Taylor (1856 – 1915)

Taylor besteedde zo veel mogelijk tijd aan het verbeteren van werkcondities voor zijn medewerkers. Hij experimenteerde met licht, opsplitsen van werk en vele andere stappen. In principe waren zijn ideeën al Lean-gedachten. Lean is daarmee ontstaan in Amerika en niet in Japan, zoals zo vaak beweerd wordt. Helaas wordt Taylor nog steeds als een negatieve scientific management ontwikkelaar gezien. Echter, hij begreep het principe van methode. Hij zocht echt uit hoe taken in nuttige elementen verdeeld konden worden, om daarvan iedereen te laten profiteren.

Als jongste van elf kinderen, werd hij geboren in het economisch gevestigde oude Philadelphia Quaker gezin. Na het cum laude behalen van zijn Harvard propedeuse, leed hij aan ernstig vermoeide ogen die er zijn deelname onmogelijk maakte. Op advies van oogartsen ging hij werken voor Midvale Steel. Daar legde Taylor door studies de basis van zijn denken. Arbeiders werden er per geproduceerd gietstuk betaald. Ging de productie omhoog, dan verlaagde de directie de tarieven. De arbeiders vertraagden daarop de productie, totdat de directie de oude tarieven weer herstelde. Niet bepaald een uitgangspunt om de fabriek productiever te maken. Taylor ontwikkelde de meest efficiënte manier van werken, en bood de arbeiders meer geld als ze deden wat de bazen zeiden. Iedereen zou daarvan profiteren. Taylor ontwierp daartoe tevens werktuigen met een optimale vorm.

Boek W. Taylor

Al aan het einde van de 19e eeuw voerde hij beweging- en tijdstudies over werkprocessen uit en is een pionier en medeoprichter van de moderne industriële engineering. Tijdens de tweede industriële revolutie waarin massaproductie mogelijk werd, ontstonden er bestuurlijke problemen bij bedrijven als gevolg van schaalvergroting en toenemende complexiteit van het productieproces. Hoewel Taylor met zijn theorieën een mentale revolutie wilde bewerkstelligen op het gebied van beheersing van processen, is het huidige belang vooral nog te vinden in standaardisatie en efficiency. Een doel van Taylor was de methoden van de experimentele wetenschap de werking op de productie over te brengen, dat is waarom hij zijn overwegingen van 1895 in een reeks van geschriften publiceerde.

Zijn belangrijkste boek was: “The Principles of Scientific Management “. Kijkend naar de nog steeds actuele discussie  over het door Taylor wetenschappelijke bedrijfsvoering ontwikkeld systeem, is binnen de wetenschap en tussen de sociale partners, duidelijk dat de kritiek op Taylor, al lang verouderd en onmenselijke Taylorisme, nog steeds niet is verstomd.

Taylor’s systeem creëerde “een nieuwe verdeling van de arbeid tussen het management en de werknemers: de toewijzing voor het uitvoeren van de verantwoordelijkheid voor het ontdekken van de beste manieren voor het verrichten van proceseenheden, de verdere verantwoordelijkheid van procesplanning en het werkelijk beschikbaar hebben op de juiste tijd en plaats, in de juiste hoeveelheid, van materialen, gereedschappen, instructies en andere voorzieningen benodigd door de werknemers”. Deze door Taylor vereiste scheiding tussen de uitvoerende en planningactiviteit is bekend als een punt van kritiek. Maar heeft wel tot aanzienlijke verhoging van de productiviteit in de industrie tot op heden geleid. De noodzaak voor een scheiding van deskundige taken en uitvoerende werkopdrachten wordt door bijna niemand betwist, omdat een overeenkomstig “aanvullen” van expertise in de gedachten van iedereen noch doelmatig, noch productief is.

Het basisidee van de ideeënbus komt ook uit de koker van Taylor. “Als de nieuwe methode eigenlijk beter dan de oude blijkt, dan zal deze als standaard worden vastgelegd voor het hele bedrijf en de werknemers moeten alle lof voor hun verbetering krijgen. En moet ook een bonus in contanten krijgen als een beloning voor deze vindingrijkheid. Op deze manier wordt het echte initiatief van werknemers onder het regime van wetenschappelijke bedrijfsvoering gerealiseerd. in tegenstelling tot  het oude systeem”.

Het is verbazingwekkend dat de in principe positieve bedoelingen van Taylor nog steeds in groot conflict met de reputatie van het Taylorisme staan. Het woord of begrip Taylorisme moet gewoon vermeden worden. Critici zouden zich voortaan moeten richten op de huidige manier van toepassing van Taylor als de vader van de wetenschappelijke bedrijfsvoering en zijn leer.

Samenvatting van de basismethoden van Scientific Management

  • Het bepalen van de meest efficiënte werkmethode en werktuigen,
    om een specifieke taak uit te voeren
    • selectie en training van de werker die het beste geschikt is voor die specifieke taak
    • het bepalen van het optimale tempo en rusttijden
    • differentiële beloning en planning
    • planning

Litteratuur

Copley, Frank Barkley Frederick W. Taylor: Father of Scientific Management, Routledge/Thoemmes Press, 1993.
Klein Nagelvoort, Drs. R.M., Organisatie en management, 1975
Neuhaus, Prof. Dr. Ralf  (Institut für angewandte Arbeitswissenschaft (ifaA), 2011
Taylor, Frederick Winslow, Scientific Management, Harper and Row, 1947.
Wikipedia
Wrege, Charles and Ronald Greenwood. Frederick W. Taylor: The Father of Scientific Management, Myth and Reality . Business One Irwin, 1991.

Boek W. Taylor

Mijn helden en voorbeelden (1)

Productiesystemen en hun grondleggers

Inleiding

Een blog schrijven, of beter gezegd juist het plannen ervan, gaat niet altijd over rozen. Je hebt goede voornemens, maar deze worden steeds overruled door andere zaken. Soms ook luiheid, wat ik liever “even geen behoefte aan” noem. Dan heb je ook nog een zinvolle titel en thema nodig. Gewoonlijk is dit meestal geen probleem; die verzin je wel in de tussentijd dat je nog niet aan het schrijven bent. Nu vraag ik mij af of mijn helden en tevens voorbeelden ook weleens last gehad hebben van de hiervoor geschreven drempels. Zo ”ja”, dan doe ik het nog niet zo slecht. Echter, als het antwoord luidt “nee”, dan moet ik mij zorgen gaan maken. Hoewel na het lezen en opvolgen van Getting Things Done van Dave Allen, heeft men natuurlijk wel een significante voorsprong op die helden van vroeger. Tijd om te schrijven … Ondertussen hoor ik u denken: ”Maar wie zijn jouw helden of voorbeelden dan? Nou het zijn duidelijk vakgerelateerde goeroes. Op het gebied van industrieel engineering, arbeidskunde, productiviteit, werk- en proces systemen.

De meest opmerkelijke vind ik Frank Bunker Gilbreth (1868 – 1924). Een chaoot met wonderbaarlijke onderzoeken en gebeurtenissen, ook in en met zijn gezin. Ook zijn “voorganger” Fredirick Winslow Taylor (1856 – 1915) mag zeker niet in dit rijtje ontbreken. Hoewel door verschillende vakbroeders als negatief bestempeld, heeft hij absoluut positief bijgedragen aan het Industrial Engineering vak. Elton Mayo (1880-1949) ging voor het nut van onderzoek naar arbeidsfactoren en productiviteit. Hij kreeg daartoe de mogelijkheid bij de Western Electric fabrieken. William Edwards Deming (1900 – 1993) is vooral bekend geworden als kwaliteitsgoeroe. Dat is hij juist geworden omdat hij een grote stempel heeft gedrukt op het gebied van Japanse productie en industrie. Van recentere datum wil ik daar graag aan toevoegen Taiichi Ohno (1912 – 1990). Hij heeft de ervaringen van vorengenoemde personen geordend en aan de huidige klantenwensen en daarmee de productiemethoden.

De relatie die met hen heb is dat zij allemaal een link hebben met productie- , proces- en productiviteitsverbetering. Omdat ze alle vier interessante bijdragen hebben geleverd, is het de moeite waard meer berichten te schrijven. Daarom volgen vier verdere berichten. Als eerste zal Fredirick Winslow Taylor worden beschreven in het tweede verslag.